De trekproef wordt gebruikt om de stabiliteit van bomen te meten. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat een boom bij een specifieke druk of trekbelasting overeind blijft staan, indien de stamvoet bij een belasting van veertig procent van die kracht niet verder uit het lood komt dan 0,25o. De kiepkracht is de minimale kracht die gedurende een korte tijd nodig is om een boom te laten omkiepen of kantelen.
Voorafgaand aan de proef wordt voor de boom zijn specifieke windworpcurve berekend en uitgezet. Hierbij wordt uitgegaan van het bereiken van de kiepkracht bij een windsnelheid van 32,7 meter per seconde rond de boom.
Bomen behoren tot orkaankracht overeind te blijven staan. Met de trekproef kan worden aangetoond of de boom aan deze norm voldoet.